Probeer de bal tegen de matjes van de tegenspelers te smashen. Probeer je eigen doel te verdedigen.
| Wat zie je? | Wat doe je |
Loopt 't | de ballen rollen vaak uit het veld | hoge kasten en mattenwagens als afbakening |
| het spel is niet overzichtelijk | niet met drie ballen, maar met 2 ballen spelen (evt. later de derde bal inbrengen) |
| kinderen wisselen niet eerlijk | de begeleider neemt de rol van scheidsrechter in |
| | beide wachters nemen samen een beslissing (in de rol van gezamenlijke spelbegeleider) |
Lukt 't | er wordt niet gescoord | maak de doelen groter, bijv. 2 matten (deels over elkaar heen geschoven) |
| | extra bal in het spel brengen (4 i.p.v. 3 ballen) |
| | extra doel dichterbij de middenlijn maken, bijv. pilonnen met een blokje erop tussen de matjes op 1,5 meter van de achterlijn |
| het is moeilijk om het doel te verdedigen | de tip geven om dichter bij het eigen doel te blijven |
| | het doel kleiner maken, bijv. 1 pilon met een blokje erop om te verdedigen |
| | regel invoeren: je mag de bal ook met de benen tegenhouden |
| het scoren met een smash is lastig | je mag de bal ook gooien |
| kind scoort heel vaak | geef een 'superheldlintje', waarmee je maar tot halverwege het veld naar voren mag lopen |
| kind krijgt geen doelpunten tegen | een extra mat geven om te verdedigen (of het doel verbreden) |
| | extra regel invoeren: je mag alleen vangend het doel verdedigen |
Leeft 't | de kinderen zijn bang voor de harde bal en doen angstig mee | met foamballen spelen |
| | met minder ballen spelen (2 i.p.v. 3) |
| | aan de zijkant een plek maken, waar vanuit alleen geslagen (of geworpen) mag worden |
| kinderen zijn toe aan een variatie | in tweetallen spelen: 1 aanvaller en 1 verdediger (wel een breder doel of meerdere doelen moeten verdedigen) |