De mikker probeert de bal vanaf het mikpunt in het doel van de ander te pushen. De ontvanger (ander van het duo) mag de bal pas achter het doel stoppen.
| Wat zie je? | Wat doe je |
Loopt 't | de bal rolt te vaak in een ander veldje | elk veldje afbakenen met omgekeerde banken, rekstokken of 10 m. (dik) trektouw |
| het wisselen kost veel tijd of is (nog) te ingewikkeld | het tweetal blijft tegen elkaar spelen en telt de punten door |
| | pas op het teken van de begeleider (bijv. na 5 minuten) wisselen |
| het tweetal krijgt vaak ruzie over de punten | drietallen maken en dan is 1 kind de scheidsrechter |
| na drie keer wisselen is er nog tijd over | nieuwe tweetallen maken met een speler tegen wie je nog niet gespeeld hebt |
Lukt 't | de meeste spelers scoren niet 3 uit 5 pogingen | het speeldveld verkleinen (inkorten) door de doelen dichter bij elkaar te zetten |
| | de doelen vergroten/verbreden, bijv.1,5 meter |
| | uitleg geven over de greep, één hand laag aan de stick (hantering) |
| | aanwijzing geven om zachter te slaan en goed te kijken naar het doel, voordat je slaat |
| | laat ze de bal wegduwen (pushen) i.p.v. wegslaan (en de bal nawijzen) |
| kind houdt de stick onhandig vast, waardoor de bal de verkeerde kant op gaat | uitleggen dat je rechterhand de stick laag vast moet pakken en links hoog (schouderbreedte) |
| de speler scoort geregeld 3 uit de 5 pogingen | (alleen) het doel bij de tegenspeler verkleinen/versmallen |
| | de mikplek verder naar achteren leggen (afstand tot het doel vergroten) |
| | proberen de bal met een hoger tempo weg te spelen |
Leeft 't | de kinderen vinden de activiteit naar drie keer wisselen saai worden | wedstrijdelement toevoegen:de winnaar verdient een lintje |
| | de samenwerking stimuleren: Welk tweetal in 5 minuten de meeste doelpunten kan maken |